Een multimeter meet elektrische grootheden zoals spanning, stroomsterkte en weerstand. Met een multimeter heb je dus een ampèremeter, voltmeter en ohmmeter in één. Maar waar moet je precies op letten wanneer je een multimeter wilt kopen? En hoe gebruik je hem dan precies? Wij leggen het je uit in dit blogartikel.

Multimeter meetcategorieën

Wanneer je zoekt naar een multimeter, zal je al snel zien dat ze zijn opgedeeld in verschillende categorieën. Deze categorieën geven aan voor welke spanning en stromen de multimeter geschikt is. In welke categorie een multimeter valt, is afhankelijk van de maximale hoeveelheid piekspanning. De categorieën zijn als volgt gedefinieerd:

• CAT I: Meten van lage spanning en stroom voor gebruik van bijvoorbeeld accu's van zaklampen, mobiele telefoons of elektronische apparatuur in auto's.
• CAT II: Voor metingen die met stekkerverbinding aan het laagspanningsnet verbonden zijn met 230V. Denk hierbij aan huishoudelijke apparaten.
• CAT III: Metingen aan elektrische installaties van gebouwen met 400V. Dit is ook nodig voor sommige woningen met fornuizen met hoge vermogens.
• CAT IV: Te gebruiken aan de bron van een laagspanningsinstallatie, hoofdaansluiting en ondergrondse leidingen.

Grootheden en eenheden

Een multimeter gebruik je dus om elektrische grootheden mee te meten. De belangrijkste zijn stroom, spanning en weerstand. Elke grootheid wordt in zijn eigen eenheid gemeten. Soms is het nodig om hele grote of kleine waardes te meten. Om dit duidelijk weer te geven wordt er een extra dimensie aan toegevoegd, zoals kilo (duizend) of micro (een miljoenste). Alle eenheden en afkortingen staan omschreven in het onderstaande overzicht.

Functies van de multimeter

Wanneer je een grootheid wil meten met de multimeter, dien je natuurlijk de snoeren in de juiste aansluitingen te steken. Houd hierbij altijd rekening met de vuistregel dat de zwarte snoer altijd in de COM (Engelse afkorting voor common) moet. De rode snoer hoort in de aansluiting van de grootheid die je wil meten. De iconen die meestal tussen de aansluitingen staan, geven het maximale meetbereik weer, zonder dat de zekeringen kapot gaan. Dit verschilt dus per categorie multimeter.

De meeste multimeters hebben een draaischakelaar. Hiermee kies je welke grootheid je wilt meten en soms staat hierop ook het meetbereik. Wanneer dit het geval is, kies dan altijd de optie met het laagst mogelijke meetbereik.

Verder zal je de volgende functies zien op je multimeter:

• V~: Wisselspanning in volt
• V-: Gelijkspanning in volt
• A~: Wisselspanning in ampère
• A-: Gelijkstroom in ampère
• Ω: Weerstand in ohm
• o))): Verbinding testen
Diodetest