Voordat je begint met laminaat leggen is het belangrijk om je laminaat minstens 48 uur in de ruimte te bewaren waar je ze wil neerleggen. Het laminaat kan dan wennen aan luchtvochtigheid en temperatuur van de kamer. Dit is belangrijk omdat het dan later niet meer verschuift en je dus geen kieren of ongelijkheden overhoudt. Vervolgens kan je beginnen met het leggen van de ondervloer. Iedere ondervloer heeft zijn eigen specificaties. Let bij het kiezen van een ondervloer vooral op isolatie, demping, vochtdichtheid en let op wanneer je vloerverwarming hebt. Wanneer je in een appartement laminaat gaat leggen moet de ondervloer voldoen aan een TNO certificaat met minimaal 10db geluidsreductie.

1. Voorbereiding

Nadat je een ondervloer hebt uitgekozen en hebt neergelegd kun je aan de slag. Met afstandshouders kun je het laminaat ongeveer 1cm van de muur af houden. Dit is belangrijk omdat de vloer nog uit kan zetten. Als je geen afstandshouders gebruikt zal de vloer bol gaan staan bij het uitzetten. Oh, en leg laminaat in de lengte van de kamer om de ruimte groter te laten lijken!

2. De eerste plank

De eerste plank leg je altijd in de hoek neer. Meestal leg je de planken met de groefzijde tegen de muur aan, zodat je de volgende rij planken op de meszijde kunt klikken. Om kleurverschil te voorkomen raden we aan om verschillende pakken laminaat door elkaar heen te gebruiken.

3. Laminaat zagen

Wanneer je op het eind van de eerste baan komt zul je planken moeten gaan afkorten. Dit kan op verschillende manieren. Een laminaatsnijder is het meest geschikt en levert tevens een zeer mooi resultaat op. De toplaag blijft intact en het is stofvrij werken, wat niet het geval is met een afkortzaag of decoupeerzaag. Wil je echter in bochten of hoeken zagen? Dan is een decoupeerzaag het meest geschikt. Tip: draai de plank om bij het zagen met een decoupeerzaag om de toplaag niet te beschadigen. Daarnaast is een handzaag met haaksgewijs of kapzaag erg handig wanneer je werkt met een verstekbak.

4. Laminaat legtechniek

Gebruik het gedeelte van het stuk laminaat dat je overhoudt van de plank die je net hebt afgekort. Deze leg je tegen de eerste plank op de eerste baan aan. We raden aan om een nieuwe plank af te korten wanneer het gedeelte dat je wil gebruiken kleiner is dan 30cm. Wanneer je kliklaminaat gebruikt (NIET het geval bij snelkliklaminaat) kun je het best slaghout gebruiken om de planken strak tegen elkaar te krijgen.

5. Lastige hoeken en leidingen

Waarschijnlijk kom je vroeg of laat een deurpost of leiding tegen. Om goed af te tekenen welk gedeelte je moet verwijderen van je plank kun je het best een contourmal gebruiken. Hoeken kun je eenvoudig aftekenen door middel van een zweihaak en verstekbak of winkelhaak.

6. De laatste baan laminaat

De laatste baan die je neerlegt zal waarschijnlijk korter zijn dan de breedte van de plank. Om precies af te tekenen hoe je deze ruimte opvult gebruik je de volgende techniek, idealiter met een laminaat inpasser. Leg de te zagen plank precies bovenop de laatste baan die je hebt neergelegd. Leg nu een tweede plank hier bovenop en schuif de bovenste plank tegen de muur aan (met afstandshouder). Teken de rand af en zaag de plank door midden. Doe dit met alle planken in de laatste baan en gebruik eventueel een hamer / slaghout / trekijzer om de planken strak tegen elkaar te krijgen.